Veel mensen hebben last van een winterdip of een najaarsdip. Als je last hebt van een winterdip zit je vaak in de herfst en winter minder lekker in je vel en heb je minder energie. Wat is het verschil tussen winterdip en winterdepressie en wat doe je ertegen? 

Veel Nederlanders denken dat een winterdip hetzelfde is als een winterdepressie maar dat is niet zo. Bij een winterdip voel je je wel vermoeid en somber maar heb je het nog wel in je om activiteiten en bezigheden te doen. Bij een winterdepressie is dat niet het geval dan kan de kleinste taak al heel zwaar lijken. Een winterdip duurt een stuk korter. Voor een winterdepressie moet je het al langer dan twee weken hebben en minstens twee jaar achter elkaar last van de klachten hebben. 

Waardoor krijg je een winterdip? 

Het heeft waarschijnlijk te maken met dat je minder zonlicht binnenkrijgt. In de winter en de herfst komt de zon later op en gaat eerder naar beneden. Bij iemand met een winterdip raakt het slaaphormoon melatonine in de war. Doordat er te weinig licht is blijft je overdag ook nog het slaaphormoon aanmaken. Dit heeft invloed op je dag- en nachtritme, dit wordt de “biologische klok genoemd”. Hierdoor kun je je overdag slaperig en somber voelen. 

Waar kan je een winterdip aan herkennen? 

Er zijn meerdere symptomen waar je het aan kan herkennen zoals: 

  • Je voelt je somber 
  • Je voelt je niet uitgerust, ook al heb je wel genoeg geslapen 
  • Je wilt meer slapen dan normaal 
  • Je hebt nergens zin in 
  • Je bent snel boos en geïrriteerd  
  • Je hebt meer zin in eten 
  • Je hebt minder zin in seks 
  • Je blijft moe en het gaat niet zomaar over 
  • Je hebt problemen met je concentratie 
  • Je hebt minder zin om met mensen aftespreken 

Wat kan helpen tegen een winterdip? 

  • Eet gezond: als je gezond en gevarieerd eet, zorg je ervoor dat je goede en verschillende voedingstoffen binnenkrijgt. Voornamelijk Vitamine D is belangrijk in de winter. Je lichaam krijgt vitamine D binnen door zonlicht maar in de winter is er een stuk minder zonlicht. 
  • Beweeg zoveel mogelijk: van genoeg beweging krijg je energie. Je kan ook beter slapen als je voldoende beweegt. Wil je het nog beter doen, beweeg dan buiten.  
  • Ga meer naar buiten: probeer zoveel mogelijk naar buiten te gaan ook al is het bewolkt. Ga bijvoorbeeld een stukje fietsen of een stukje wandelen. 
  • Maak tijd voor ontspanning: wanneer je je slecht voelt maak dan juist tijd om je even te ontspannen. Je kan bijvoorbeeld even in bad gaan of yoga doen. Het is belangrijk dat je dan even tot rust komt en je lekker kan ontspannen. 
  • Zorg voor regelmaat in je dag: sta op dezelfde tijd op en ga naar bed op dezelfde tijd. Probeer zoveel mogelijk te eten op dezelfde tijden. Schrijf op wat je die dag wil doen en plan een rustmoment in. 
  • Slaap voldoende: als je goede nachtrust hebt gehad heeft dat een positief effect op hoe je je voelt. Je bent dan vaak wat meer ontspannen en blijer als je een goede nachtrust hebt gehad.  
  • Probeer positief te blijven door alles: schrijf als je wakker wordt drie dingen op waar je van geniet. Het kunnen hele kleine dingen zijn bijvoorbeeld je familie, dat je kan fietsen of dat je een ijsje gaat eten.