Na de monsteroverwinning van de PVV en het vormen van kabinet Schoof is de sfeer in de kamer behoorlijk veranderd. De aangekondigde noodwet om de instroom van asielzoekers tegen te gaan is er nog niet, en er zijn nog geen concrete plannen voor het verbeteren van de woningcrisis. De aangekondigde langstudeerboete en de verhoging van de btw op boeken en cultuur strijkt ook veel studenten tegen de haren in. Er is dus genoeg reden om kritische vragen te stellen, maar ze zijn opvallend stil. Is dit niet juist het moment om hun stem te laten horen?

België
In België stond afgelopen week onverwachts de champagne klaar toen de Belgische PvdA een enorme sprong maakte in de lokale verkiezingen. Ondanks het afschaffen van de stemplicht behaalde de partij alleen al 20 procent van de stemmen in Antwerpen. De linkse coalitie behaalde daar samen 43,8 procent. De Vlaams-nationalistische partij, Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA), blijft desondanks wel de grootste in Antwerpen. De winst van de PvdA is verrassend, aangezien deze partij zich openlijk uitspreekt over gevoelige onderwerpen en zich actief profileert als Marxistisch links.

In Nederland zien we het tegenovergestelde hiervan. De oppositie, bestaand uit de partijen die niet in de coalitie zitten, heeft het moeilijk om zijn stem te laten horen in het huidige politieke klimaat. De meerderheid van Nederland heeft gestemd op de PVV met haar, inmiddels, gematigdere plannen dus hier zal wat mee gedaan moeten worden. Maar de vraag is nu hoe de toch voornamelijk linkse oppositiepartijen hier hun weg in gaan vinden. Hun geluid verstomd onder het volume van het kabinet, en ze kunnen niet rekenen op premier Schoof die een neutrale partij blijft.

Scheurtjes
Na een 233 dagen durende formatie was het vertrouwen in kabinet Schoof niet heel hoog, maar desondanks zit het kabinet er al meer dan 100 dagen. Er zijn inmiddels wel scheurtjes ontstaan en de samenwerking lijkt niet erg stabiel. Wat hebben ze in die afgelopen 100 dagen al bereikt? De plannen waren groots, Nederlanders zouden er fors op vooruitgaan. Echter, na het aanstellen van het kabinet werd bekend dat de beloofde verlaging van het eigen risico pas in 2027 aan bod komt. Ook komen er langstudeerboetes en flinke btw- verhogingen aan. Kabinet Schoof beloofde meer woningen te laten bouwen, 100.000 per jaar, waarvan 30 procent sociale huur. Maar de echte bouw is nog niet begonnen en de focus lijkt alleen te liggen op het ‘noodzakelijke’ asielbeleid in plaats van een evenwichtig debat over de uitvoering van alle punten in het regeerakkoord. Velen zouden er op korte termijn meer belang bij hebben als het openbaar vervoer in plaats van duurder, goedkoper wordt en dat boodschappen betaalbaar blijven. Het uitzetten van asielzoekers gaat deze problemen niet oplossen en tot over dat onderwerp een besluit genomen is zit de bevolking nog steeds met toenemende leefkosten.

Aanpak
Sociale partijen zoals GroenLinks/PvdA en de SP kunnen zo simpelweg niet veel beginnen tegen de felle toon van rechts. Ook lijken ze onderling erg verdeeld over hun plan van aanpak. Hier kan België een goed voorbeeld in zijn. De Belgische PvdA zet zich ook buiten verkiezingstijd constant actief, en in zicht, in voor de gehele bevolking om samen met andere gelijkgestemde partijen verbeteringen door te voeren. Hun aanhang bestaat voor een groot deel uit jongeren die zich zorgen maken over hun toekomst en het idee hebben dat de huidige gang van zaken niet de oplossing is.
Het is dus aan de Nederlandse oppositiepartijen om een duidelijke boodschap uit te dragen en net als hun Belgische collega’s de bevolking aan te spreken op wat deze belangrijk vinden en hier ook daadwerkelijk actie in te ondernemen.

Nederland heeft meerdere partijen zodat iedereen kan stemmen op de beste vertegenwoordiger in de regering.  De oppositie moet hierom ook de aandacht richten op kwaliteit en niet kwantiteit. De partijen zouden achter hun standpunten moeten blijven staan, en de belangen van hun kiezers vertegenwoordigen. Net als de PVV die, zelfs bijna buiten de wet om, knetterhard strijd voor dat wat hun belangrijk vinden. Hier kan de oppositie wel een voorbeeld aan nemen, door de kiezer meer het gevoel geven dat hun stem heeft meegeteld en dat er positieve veranderingen gemaakt kunnen worden.

Buiten de verkiezingen om lijken de partijen hierin tekort te schieten. Nu de focus van het debat ligt op één aspect van het regeerprogramma in plaats van allemaal, even belangrijke, punten raakt het doel steeds verder uit het zicht. Het gesprek ligt stil maar er moet op korte termijn wel wat veranderen. Nederlanders zijn niet tevreden met hoe het gaat en zolang er geen goede oplossing komt, zal deze ontevredenheid niet gauw verminderen.