In de sportwereld komt steeds vaker een schaduwzijde aan het licht: bekende sporters die betrokken raken bij drugs- en gokschandalen. Denk aan de voormalig FC Twente-speler Ronnie S. die verdacht wordt van drugshandel, Olympische hockeyer Tom Craig die tijdens de Spelen cocaïne probeerde te verkopen of voetballer Hugo Mallo die een mascotte aanrandden op het veld. Er zijn nog vele andere verhalen over Roelf Bouwmeester, Mendes da Silva en Yuri van Gelder. Voor velen lijken dit bizarre verhalen, maar voor wie de druk en uitdagingen van topsport begrijpt, is het geen grote verrassing.

De meeste sportliefhebbers denken dat sporters, met hun miljoenencontracten en roem, het perfecte leven hebben. Maar achter de schermen zijn hun dagen vaak gevuld met routines, strenge diëten en hard trainen. Veel vrije tijd blijft er niet over, en wanneer die er wel is, moeten ze manieren vinden om te ontspannen. Voor sommigen wordt die ontspanning een probleem. Gamen, gokken, drugs – het begint vaak klein, maar het kan snel uit de hand lopen.

‘Alles-of niets’-gedrag
Uit onderzoek van bewegingswetenschappen Herman IJzerman van het Kenniscentrum Sportblijkt dat topsporters vaak “alles-of-niets” gedrag vertonen. Om de top te bereiken, moeten ze risico’s durven nemen en keihard zijn. Die instelling, nodig voor succes op het veld, kan buiten de sport leiden tot ongewenst gedrag. Topsporters zoeken adrenaline en spanning, en dat vinden ze soms in dingen die gevaarlijk of zelfs illegaal zijn. De kick van het winnen op het veld kan verslavend werken, en wanneer die afwezig is, wordt de kick ergens anders gezocht. Eén op de twaalf Europese topsporters heeft gokproblemen.

Een van de meest zorgwekkende trends is het gebruik van cocaïne. Cocaïne valt onder de dopingcategorie “stimulantia” en kan sporters tijdelijk helpen om vermoeidheid te verdrijven en hun prestaties te verbeteren. Het begint vaak bij doping, en wordt steeds groter. Het herseninstituut legt uit dat “Drugs hetzelfde beloningssysteem in ons lichaam activeert dat ons motiveert om te eten of drinken, wanneer we honger of dorst hebben. Dit zorgt voor genot, waardoor we geneigd zijn de handeling te herhalen, wat leidt tot een blijvend verlangen naar de drug.”

Het gevaar van drugsgebruik gaat verder dan de fysieke schade. Voor topsporters is het risico van betrapt worden enorm. Een enkele misstap kan hun carrière kapot maken. Toch zien veel sporters alleen de kansen, niet de risico’s. Persoonlijk denk ik dat dat komt omdat topsporters een gevoel van onoverwinnelijkheid krijgen bij gewonnen wedstrijden, en als ze verliezen, ze afleiding zoeken bij verkeerde zaken.